Onbegrijpelijke hypotheekoffertes en financiële producten zijn de oorzaak van de kredietcrisis, stelt Wessel Visser. Duidelijke taal is vereist.
Hoe kunnen we een volgende kredietcrisis voorkomen? Om die vraag te beantwoorden, moeten we terug naar het begin. Het begon met hypotheekmakelaar Brad Kent die tegen Joe Simpson zei, een eenvoudige manager vaneen lokale supermarkt in Florida: ‘Dat huis kun je kopen.’ En hij wees opeen riante bungalow. ‘Nee’, zei Joe, ‘dat kan ik nooit betalen.’ ‘Ja wel ’, zei Brad, ‘dat huis kost maar 600.000 dollar’. ‘Dat bedoel ik’, zei Joe, ‘dat is veel te duur voor mij.’ ‘Nou’, zei Brad, ‘kun je 500 per maand betalen?’ ‘Ja, natuurlijk’, zei Joe, ‘want ik verdien 4.000 per maand.’ ‘Nou dan’, zei Brad, ‘ik kan je een hypotheek aanbieden waarmee je dat huis voor 500 per maand kan kopen.’
Joe moest dit natuurlijk eerst even overleggen met zijn vrouw, kapster Cynthia. Uiteindelijk tekenden zijde hypotheekofferte. In die offertestond op pagina 8 dat na twee jaar de rente zou stijgen van 1 naar 8 procent. Maar dat heeft Joe niet gelezen, want de taal van hypotheekoffertes gaat hem boven de pet, net als zoveel mensen.
Onmiddellijk na het sluiten van de deal neemt hypotheekbemiddelaar Brad Kent contact op met een bank. En biedt hem een financieel product aan met een gegarandeerd rendement, dertig jaar lang, van 6 procent. Logisch, hij moet er zelf ook nog wat aan verdienen. In de prospectus staat dat het gaat om hoge kwaliteit vastgoed in de staat Florida. Verder bevat de prospectus een overkill aan abstracte en ambigue taal over de aard van de belegging. Maar één ding is wel concreet en eenduidig: het verwachte rendement bedraagt 6 procent, dertig jaar lang. Oh ja, er staat ook nog een wettelijk verplichte tekstbij: ‘resultaten uit het verleden bieden geen garantie voor de toekomst’.
Dit financiële product wordt op de internationale financiële markten verschillende keren verhandeld. En komt uiteindelijk terecht in de portefeuille van Fortis, om een willekeurige bank te noemen. Had ook het Zwitserse UBS kunnen zijn of Lehman Brothers uit de VS.
Intussen is de maandlast van Joe Simpson tot zijn schrik gestegen naar 4.000 dollar per maand. Dat kan hij niet betalen. En dus hebben Fortis of UBS of Lehman Brothers ineens een waardeloos financieel product in handen. Dit is de essentie van de kredietcrisis.
Hoe kunnen we dit in de toekomst voorkomen? Is het een oplossing dat, zoals Wouter Bos zegt, socialisten Wall Street binnenmarcheren? Zijn figuren als Brezjnev, Honecker, Chávez of Kim Jong Il de juiste mensen om de internationale financiële markt te leiden? Ik geloof het niet.
De oplossing is eenvoudig. Als Joe Simpson had begrepen dat hij alleen de eerste twee jaar 1 procent rente betaalde en daarna 28 jaar 8 procent, dan had hij die bungalow nooit gekocht. En als die bank had begrepen dat het financieel product gebaseerd was op 8-procents-hypotheken aan Amerikanen die huizen kochten die meer dan tien maal hun inkomen kostten, dan had die bank dat product nooit gekocht.
Economen weten dat markten alleen goed werken als alle partijen goed zijn geïnformeerd. En dat waren ze niet. Joe Simpson begreep de hypotheekofferte niet. En ook de topeconomen van banken begrepen de essentie van de producten die hun werden aangeboden niet, zoals Cees Maas, voormalig lid van de raad van bestuur van ING, onlangs zei.Hij trok daaruit gelukkig de conclusie: ‘Mensen, ik begrijp het niet. En dus koop ik het niet.’ De oorzaak van de kredietcrisis is de onbegrijpelijkheid van Joe Simpsons hypotheekofferte. En de onbegrijpelijkheid van de prospectus over het ingewikkelde financiële product. De oplossing voor de toekomst is dus dat we met elkaar afspreken, zoals we in Nederland hebben gedaan, dat we over financiële producten en diensten communiceren in begrijpelijke taal. Een taal die Joe Simpson begrijpt. En een taal die het financiële genie Cees Maas ook begrijpt. Dan hebben we geen socialisten op Wall Street nodig. En hoeven we de vrijheid van de financiële markten ook niet te beknotten met rare regels. Het enige dat we met elkaar afspreken is dit: we communiceren met elkaar in begrijpelijke taal.
Wessel Visser, BureauTaal