De Hoge Raad deed vrijdag 5 juni uitspraak in drie proefprocessen over aandelenlease-producten. Consumenten kochten aandelen met geleend geld. Het risico dat consumenten met deze producten lopen is groot: als de koersen van aandelen dalen, hebben consumenten van deze producten een schuld die zij moeten terugbetalen.
De Hoge Raad heeft beslist dat financiële dienstverleners bij de verkoop van dit soort producten een ‘bijzondere zorgplicht’ hebben. Dit betekent dat financiële dienstverleners consumenten in ‘duidelijke en niet mis te verstane bewoordingen’ moeten waarschuwen voor de risico’s. Doen financiële dienstverleners dit niet? Dan moeten financiële dienstverleners consumenten de schade vergoeden.
De Hoge Raad heeft ook bepaald voor welke consumenten de financiële informatie begrijpelijk moet zijn. Want wat voor de ene consument begrijpelijk is, kan voor de andere consument onbegrijpelijk zijn. De Hoge Raad heeft beslist dat financiële informatie begrijpelijk moet zijn voor ‘een gemiddeld geïnformeerde, omzichtige en oplettende gewone consument’.
Wat is volgens de Hoge Raad ‘een gemiddeld geïnformeerde, omzichtige en oplettende gewone consument’? De Hoge Raad probeert te definiëren wat dit is:
- Een ‘gewone’ consument is iemand zonder specifieke deskundigheid van het product.
- Een ‘gemiddeld geïnformeerde’ consument is iemand die tot de leerplichtige leeftijd naar school is geweest.
- En een ‘omzichtige en oplettende’ consument is iemand die ‘weet dat hij niet alles weet’. Iemand ‘die uitkijkt wat hij doet’. Iemand ‘die niet alles voor zoete koek aanneemt’.
Taalniveau B1 (eenvoudig Nederlands) is daarmee het juiste taalniveau voor financiële informatie. Want verreweg de meeste mensen die tot de leerplichtige leeftijd in Nederland naar school zijn geweest, kunnen teksten op taalniveau B1 begrijpen. Voor teksten op een hoger taalniveau geldt dit niet.
Bron: www.rechtspraak.nl (LJN BH2815, LJN BH2811 en LJN BH2822)